Direct naar artikelinhoud
Interview

Gevangengenomen Arnhemse IS-strijder Yago R.: ‘IS bood het hele pakketje’

Deze mannen worden ervan verdacht voor IS te hebben gevochten.Beeld AFP

De bij verstek veroordeelde Nederlandse IS-strijder Yago R. gaf zich onlangs met zijn vrouw over aan de rand van de laatste snipper kalifaat. Hij wordt gevangen gehouden door Syrische Koerden en doet zijn verhaal in dit interview. ‘We vroegen ons constant af: komen we hier nog wel levend uit?’

‘Het was altijd op mijn teentjes lopen. Uitkijken met wat je zegt. Het was geen pretje. Ik hoop dat ik een tweede kans kan krijgen. Gewoon een rustig leventje in Nederland met mijn vrouw en gezin. Opladen met mijn familie. Mijn kind een gelukkig leven geven. Mezelf gedeisd houden.’

Aan het woord is de 26-jarige Nederlandse IS-strijder Yago R. uit Arnhem. Hij bleef het kalifaat bijna tot het laatst trouw. Met de terreurgroep reisde hij vanaf eind 2014 door heel Syrië, van Kobani via Raqqa naar Deir al Zor. Een maand geleden, toen duidelijk werd dat IS geen enkele kans meer maakt, gaf hij zich met zijn hoogzwangere vrouw aan de Koerden over aan de laatste frontlijn met IS, bij het dorp Baghuz.

De rechtbank Rotterdam veroordeelde R. op 19 juli 2018 bij verstek tot zes jaar gevangenisstraf wegens deelneming aan een terroristische organisatie. Nu zit hij, kaalgeschoren en mager, in een spreekkamer van de Koerdisch-Syrische militaire inlichtingendienst in het plaatsje Rmeilan. Hij begroet de verslaggever met een ferm ‘salaam aleikum’ en een flauwe handdruk.

‘Ik wist tot zonet niet dat ik geïnterviewd zou worden’, antwoordt Yago R. desgevraagd nadat hij de kamer is binnengebracht. ‘Toen ze me vanmorgen uit mijn cel haalden, dacht ik dat ik naar een andere gevangenis zou worden overgeplaatst.’

Gevangenen dwingen tot het geven van interviews is mogelijk een overtreding van het oorlogsrecht. De verslaggever is duidelijk: dit interview mag, maar hoeft niet. ‘Je hoeft het alleen maar te zeggen en dan ga ik weg.’ Hij zegt: ‘Maar ik wil best met je praten.’

De Volkskrant was zaterdag het eerste medium dat hij sprak na weken in de gevangenis. Hij zit zelf vol vragen die zijn ondervragers niet willen beantwoorden, zoals over zijn pasgeboren kind, kort na de vlucht uit IS-gebied door zijn vrouw ter wereld gebracht in een Syrisch vluchtelingenkamp: ‘Weet jij of ik een zoon of een dochter heb gekregen?’ En over Nederland. ‘Hoe denkt nu de Nederlandse regering over mijn situatie?’

Zijn Nederlands is achteruit gegaan na ruim vier jaar in Syrië. Hij doorspekt zijn zinnen met het Arabische stopwoordje yaani (‘zeg maar’, ‘dat betekent’) en met Engels, opgevangen tussen de internationale IS-strijders. ‘Siege, hoe zeg je dat ook alweer in het Nederlands? Belegering, toch? De belegering van Raqqa, ik had geen interesse om daar in te zitten.’

R. is volgens de rechtbank in het najaar van 2014 naar Syrië gereisd. Op basis van foto’s in militair uniform en met een wapen die hij zijn familie stuurde, maakt de rechtbank op dat hij strijder was bij IS. Vanaf maart 2015 is er volgens de rechtbank geen contact meer geweest met zijn familie in Nederland. Hij bevestigt deze feiten. Voor alle andere dingen die hij vertelt zijn nog geen aanvullende bewijzen. R, hoopt dat Nederland hem terughaalt, want, zo redeneert hij: ‘Waarom hebben ze ons anders veroordeeld?’

Deze mannen worden ervan verdacht voor IS te hebben gevochten. Ze worden gevangen gehouden door de door Koerden geleidde SDF.Beeld AFP

Toen jij een paar weken geleden voor het nieuwe offensief vertrok, zaten er toen nog veel andere Nederlanders in Baghuz?

‘Ik ken nog een paar andere Nederlanders. Vijf, zes mannen, denk ik. Eentje heeft zijn gezin eruit gestuurd, een tijdje geleden. De anderen zijn gewoon nog steeds met hun gezin aanwezig. Je ziet elkaar bij de moskee, bij het internetcafé. Je vertelt elkaar de laatste nieuwtjes. We vroegen ons constant af: komen we hier nog wel levend uit?’

Hoe hoorde je dat jij en een aantal andere Nederlandse IS’ers bij verstek zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf?

‘Een Nederlander die wel internet mocht hebben, kwam naar mij toe en zei: ongeveer alle Nederlanders zijn tot zes jaar veroordeeld. Dat was een bittere pil. Maar het is wat je kan verwachten. Ik heb een fout gemaakt. Actions have consequences. Andere Nederlanders maakt het niet zoveel uit. Die willen blijven.’

Jij bent opgegroeid in een doorsnee Nederlands gezin in Arnhem. Je ouders zijn geen moslim. Waarom heb jij je bekeerd?

‘Ik had een lange relatie met een moslima. Uiteindelijk wilde ik met haar trouwen. Zij zei: dan moet jij moslim worden, en de hand vragen bij mijn vader. Toen ben ik op internet gaan zoeken: wat betekent islam, wat moet je doen? Ik vond het een mooi geloof, en toen ben ik moslim geworden. Die relatie, hoe zeg je dat yaani, dat ging moeilijker en moeilijker en toen is het afgelopen.’

Maar toen was je wel moslim. Hoe ging dat in jouw omgeving?

‘Mijn ouders accepteerden dat gewoon. Ik ben ze daar erg dankbaar voor. Maar mijn vrienden waren in islamitisch opzicht een slechte invloed. Die vriendenkring was niet, yaani.... Het waren kwajongens, zullen we maar zeggen. Niet op het goede pad, zullen we maar zeggen. Feestjes. Meisjes. Dat soort dingen.’

Jij wilde van de feestjes en meisjes af?

‘Klopt. Vanwege mijn geloof.’

Toen kreeg je andere vrienden?

‘Klopt. Ik ging bijna dagelijks naar de moskee. Met de mensen daar ging ik om en dat zijn mijn vrienden geworden. Dat was in Arnhem, bij een Marokkaanse moskee, ik weet niet meer hoe die heet. Het waren voornamelijk vrienden met een Marokkaanse achtergrond.’

Wat heeft een jongen uit Arnhem te zoeken in Syrië?

‘Ik denk een identiteitscrisis, omdat ik moslim was geworden. Yaani, je wordt nooit volledig geaccepteerd. Dan zie je zoiets en dan denk je: ja, daar accepteren ze me zoals ik ben. Toen de Syrische opstand begon, zagen we de mensen lijden. Ze schreeuwden om hulp. Wij wilden ze helpen, als moslimbroeders. Daardoor ben ik zelf de pineut geworden. Islamitische Staat, die beweerden dus echt een staat te zijn voor de mensen. Ze wilden goed voor de mensen zorgen. Ze boden het hele pakketje. Je wordt gehersenspoeld. Op het internet maken ze er een mooi plaatje van. Uiteindelijk bleek dat dus niet waar te zijn.’

Jij reisde eind 2014 naar IS-gebied. Toen was al van alles bekend over gruwelijke executies, onthoofdingen van hulpverleners en journalisten?

‘Daar had ik geen idee van. Maar journalisten onthoofden.... Ja, het is oorlog. In een oorlog gebeuren er dingen die niet horen te gebeuren. Bloedverspilling van onschuldigen en dergelijke, daar had ik geen benul van.’

Hoe ging het toen jij in Syrië kwam?

‘Het was niet wat ik verwacht had. We werden gedwongen om dingen te doen waar je eigenlijk helemaal geen interesse in hebt. Werken met Islamitische Staat.’

Alle mannen die naar IS-gebied reisden, moesten naar een militair trainingskamp.

‘Dat klopt ja. Daar heb je geen keuze in. Of je wilt of niet, je gaat.’

En daarna moet je voor hen werken. Wat heb jij gedaan?

‘Ik ben lasser en mijn doel was om als lasser te werken. Dat heb ik ook een tijdje gedaan, maar ze hebben mij ook andere dingen laten doen, die ik niet wilde.’

Wat voor andere dingen?

‘Daar geef ik liever geen antwoord op.’

Maar je bent wel strijder geweest. In Kobani.

‘Dat klopt. Maar ik heb daar niet echt gestreden. Ik ben daar aangekomen. Ik ben daar een paar dagen geweest. We zouden daar gaan strijden. Andere jongens hebben geweigerd te strijden. Die zijn naar de gevangenis gegaan. Je hebt vrij weinig keuze. Maar ik raakte gewond voordat we konden beginnen met strijden. Een bombardement. Kneuzingen. Van spieren, denk ik. Een paar maanden heb ik toch wel op bed gelegen.’

En daarna?

‘Je hebt geen keuze. Wat moet je doen? Kijk, als jij niet voor de Staat werkt? Geen geld. Geen eten. De gevangenis. Zelfs de doodstraf. Je hebt gewoon geen keuze behalve voor de Staat werken.’

Hoe was het leven in Raqqa?

‘Ik ben daar aangeklaagd omdat ik een spion zou zijn voor de Nederlandse overheid. Wat natuurlijk niet waar is. En ik denk dat een andere Nederlander zelf die aanklacht heeft gemaakt. Maar dat weet ik niet zeker. Ik heb ongeveer zeven maanden vastgezeten in de gevangenis onder het voetbalstadion in Raqqa. Daar denk ik liever niet aan terug. Maar het heeft maanden geduurd voordat mijn armen weer werkten. En ik kon amper lopen. Laat ik maar zeggen, als ik een paar honderd meter liep, dan deed het weer zo’n pijn, dat ik aan het huilen was van de pijn. Vanwege de pijn heb ik zes maanden fysiotherapie gehad.’

IS-strijders op bergen in beslag genomen sigaretten in Raqqa, op een foto uit 2014.Beeld REUTERS

Je had fysiotherapie. In Raqqa?

‘Ja. Dat was een officiële fysiotherapeut. Een buitenlander.’

Jij bent daar getrouwd met een Brits meisje van toen 15, 16 jaar. Hoe ging dat?

‘Eerst had ik er geen interesse in, omdat ze nog vrij jong was. Maar wij hebben kennis gemaakt. We zijn gaan zitten samen. Zij heeft geaccepteerd. Ik heb geaccepteerd. En toen zijn we getrouwd.’

Trouwen na één ontmoeting, dat is wel even anders dan daten in Nederland.

‘Ja, heel anders. Maar zo is de islamitische cultuur nu eenmaal. Dus op zichzelf had ik daar geen problemen mee. Zij had daar geen problemen mee. Het is een sprong, het is een uitdaging. In het begin samen thuis is spannend. Een beetje zenuwachtig. Maar je leert elkaar kennen. Gelukkig kunnen wij het goed met elkaar vinden. Mijn vrouw en mijn gezin zijn het enige positieve dat uit deze nare ervaring is gekomen.’

Heb je in Raqqa executies gezien?

‘Executies zelf heb ik nooit gezien. Maar wel de afloop, want ze laten het lijk daar. Voor de mensen om te zien. Om mensen bang te maken. Ze af te schrikken. Voor ons in Nederland is dat niet te accepteren. Als mensen iets fout doen, horen ze gestraft te worden, maar niet op een gruwelijke, vernederende manier. Iedereen met een beetje menselijkheid begrijpt dat. Maar wat kan je er aan doen? Als je je daar tegen uitspreekt, dan eindig je zelf zo.’

Veel families van ‘de Staat’ hadden slaven. Hadden jullie ook een slaaf?

‘Nee. Ik heb nooit een slaaf gehad of gewild. Ik heb wel gehoord van mensen die slaven hadden. Ja, ze vertellen gewoon: deze heeft een slaaf gekocht. Deze heeft een slaaf in huis. Het werd gezien als geaccepteerd. Alsof dat gewoon normaal was. Ik heb gehoord van een Nederlander, die is nu overleden, maar die had ook een slaaf.’

Jouw vrouw heeft in interviews met de Britse pers gezegd dat mensen medelijden met haar moeten hebben.

‘We hebben een heel zwaar leven gehad. Lichamelijk. Geestelijk. Ja, pittig. Elke keer weer verhuizen, verhuizen, verhuizen. Van Raqqa naar Deir al Zor naar de dorpen rondom Deir al Zor, waar nog geen aanvallen waren. Lichamelijk is mijn vrouw niet zo sterk. Steeds spullen inpakken, dat was lichamelijk zwaar voor haar.’

Ze is twee weken geleden bevallen van een zoontje. Maar jij was al vader. Jullie hadden samen twee kinderen, een zoon en een dochter.

Hij blijft lang stil. ‘Ik probeer gewoon niet te denken aan wat ik daar heb meegemaakt. Want dat is gewoon vreselijk moeilijk voor me. Vooral mijn kinderen die ik daar verloren ben. Die zijn aan het einde in de dorpen overleden.’

Hoe gebeurde dat?

‘Ze zijn verhongerd. Geen eten. Het kleine beetje eten dat wij hadden, was niet genoeg.’

Talloze Europese IS-aanhangers zijn de afgelopen jaren gewoon vertrokken. Waarom vluchtte je niet eerder?

‘Omdat ik in de gaten werd gehouden. Nadat ik vrij was gekomen in Raqqa, moest ik me elke maand melden. En een contract ondertekenen. Geen telefoon. Geen internet. Geen contact met het buitenland. Ik wilde weg. Heb geprobeerd te vluchten. Een keer hadden we een smokkelaar, maar die heeft zich bedacht. We hebben hem 5.000 dollar betaald. Dat heeft hij gewoon meegenomen. Zit ik daar voor spek en bonen.’

Hoe kwam je aan zoveel geld?

‘Dat heb ik geleend van eh... bekenden, mensen die me hebben geholpen en dergelijke. Er waren wel mensen die het goed hadden.’

Heb je spijt?

‘Hoe kan ik geen spijt hebben? Ik heb jaren van mijn leven weggegooid. Mijn ouders, familie, ik heb iedereen pijn en verdriet gebracht.’

Je hebt het nu over jezelf. In Syrië en Irak hebben jij en je medestrijders veel ellende gebracht.

‘Natuurlijk. Ik ben deel geweest van Islamitische Staat. Wat natuurlijk hartstikke fout is. Als ik de tijd terug kon draaien, dan zou ik dat doen.’

Vind je dat je zes jaar gevangenisstraf hebt verdiend?

‘Ik heb een fout gemaakt. Dit is wat je kan verwachten. Dat is niet leuk, maar dat moet ik maar gewoon accepteren. Ik hoop dat ik ook hulp kan krijgen, psychiatrische hulp, zodat ik na de straf, hoe zeg je dat, kan rehabiliteren.’

Jouw vrouw is Brits. Haar paspoort is ingetrokken. Ze is nu effectief statenloos.

‘Dat wist ik niet. Is daar een reden voor?’

Ja, ze heeft zich bij IS aangesloten. En daarom zegt de Britse regering: jou hoeven we niet terug.

‘Wat er ook gebeurt met haar, ik hoop dat waar zij heen gaat, ik ook ga, dat ik samen met haar kan blijven.’

Onlangs is in jouw geboortestad Arnhem een mogelijke terreuraanslag verijdeld. Zeven mensen zijn opgepakt. Er wordt wel gezegd dat er een link bestaat met IS in Syrië.

‘Wat zeg je nu? Heus? Ik sta daar versteld van. Ik zei altijd tegen de mensen in Syrië: gelukkig is er geen aanslag geweest in Nederland, want anders zou dat terugkeer voor mij moeilijker maken. Wat nu dus waarschijnlijk ook gaat gebeuren. Dit is het laatste wat ik nodig heb.’

Veel mensen in Nederland vinden het een eng idee als jij terug komt.

‘Dat begrijp ik helemaal. Ik weet dat ik niet gevaarlijk ben. Maar mensen geloven me, of ze geloven me niet.’

Verantwoording

De rechtbank Rotterdam veroordeelde de 26-jarige IS-strijder Yago R. op 19 juli 2018 bij verstek tot zes jaar gevangenisstraf. De Volkskrant diende vorige week bij de Koerdische militaire inlichtingendienst in Noordoost-Syrië het verzoek in voor een interview, nadat hij onlangs gevangen was genomen aan de rand van het laatste restant kalifaat.

Voordat de aanvraag in behandeling werd genomen, moest de verslaggever net als alle andere media een verklaring ondertekenen, waarin onder andere stond dat het ‘streng verboden is om foto’s te maken van gevangenen die geboeid en geblinddoekt zijn’. Ook vragen over ‘de plaats van detentie’ en ondervragingen door de Koerden mochten niet worden gesteld. Niet tekenen betekent: geen interview. Hoewel R. voor aanvang niet wist dat hij geïnterviewd zou worden door een journalist, stemt hij met het gesprek in.

Bij het interview is een Syriër aanwezig van de militaire inlichtingendienst. Hij baalt ervan dat de verslaggever en de IS-strijder Nederlands met elkaar praten, een taal die hij niet machtig is. Kort na het begin van het gesprek zet hij een videocamera neer. Daarover is niks afgesproken. De inlichtingenman zal grote delen van het interview filmen ‘voor het archief’. Wat er achteraf met deze opname gebeurt, is niet duidelijk.

R. vertelt spontaan, in het Nederlands. Hij zegt dat hij goed wordt behandeld. ‘Ze proberen ons goed te behandelen.’ Hij geeft regelmatig aan als hij iets niet wil zeggen. Hij stelt ook vragen terug. Wat hij in de krant zegt, kan niet meer strafrechtelijk tegen hem worden gebruikt: hij is al onherroepelijk veroordeeld. R. wil zijn verhaal doen, maar ‘liever niet’ dat er foto’s van hem worden gemaakt, ook niet onherkenbaar.

Wat we eerder schreven over Syriëgangers

Farida was een seksslavin van IS
De yezidische Farida Khalaf was een seksslavin van IS. Ze wist te ontkomen, en deelt haar verhaal met de wereld.

Yezidi's in Nederland
Nederlandse Syriëgangers moeten worden vervolgd voor de moord op en de marteling van duizenden yezidi’s door Islamitische Staat. Dat stellen twee Nederlandse yezidi’s in een vraaggesprek. 

Mijn zoon was een IS-strijder
Hun man, zoon, dochter of zus was opeens weg. Naar Syrië. Bij de achterblijvers strijden spijt, schaamte, onbegrip en angst om voorrang.