Betaalt de Koning belasting?

Ja, maar er is ook sprake van bepaalde vrijstellingen. De Koning betaalt bijvoorbeeld belasting over zijn privévermogen maar geen inkomstenbelasting. De fiscale vrijstellingen die van toepassing zijn hangen samen met het Koningschap.

Fiscale vrijstellingen

In wet- en regelgeving zijn voor de leden van het Koninklijk Huis dan wel voor de Koning en de vermoedelijke opvolger van de Koning, een aantal specifieke fiscale vrijstellingen opgenomen.

  • De Koning, de vermoedelijke opvolger van de Koning en de Koning die afstand heeft gedaan van het koningschap (en hun echtgenoten) betalen op grond van artikel 40 van de Grondwet geen loon- of inkomstenbelasting over de uitkeringen die zij vanwege het Rijk ontvangen. Ook worden op grond van artikel 40 van de Grondwet ten aanzien van deze leden van het Koninklijk Huis de vermogensbestanddelen die dienstbaar zijn aan de uitoefening van de functie niet meegenomen bij de berekening van de rendementsgrondslag voor de vermogensrendementsheffing.
  • De Koning en de vermoedelijke opvolger van de Koning zijn op grond van artikel 40 van de Grondwet vrijgesteld van de rechten van schenking, successie en overgang over hetgeen zij krachtens erfrecht of door schenking verkrijgen van een lid van het Koninklijk Huis.
  • In artikel 33 van de Successiewet een vrijstelling is opgenomen voor iedereen die iets verkrijgt van de Koning, de vermoedelijke opvolger van de Koning en de Koning die afstand heeft gedaan van het Koningschap en hun echtgenoten.
  • Hoewel er wettelijk een vrijstelling van belastinggeld op personenauto´s en motorrijwielen voor AA-kentekens geldt, wordt in de praktijk voor alle auto's van zowel het Koninklijk Huis als de Dienst van het Koninklijk Huis belasting betaald en BPM niet teruggevorderd.

Vrijstelling van rechten bij invoer

Op douaneterrein zijn er enkele vrijstellingen die kunnen gelden voor leden van het Koninklijk Huis. Deze vrijstellingen zijn opgenomen in een Europese communautaire verordening (Verordening 918/83) en gelden derhalve ook voor andere EU-lidstaten. Het gaat om vrijstelling van rechten bij invoer betreffende:

  1. geschenken ontvangen in het kader van internationale betrekkingen;
  2. giften aangeboden aan regerende vorsten en staatshoofden.

De vrijstellingen van rechten bij invoer zijn van overeenkomstige toepassing op de omzetbelasting (1 en 2) en de accijnzen en de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten (alleen de onder 1 genoemde vrijstelling).