ChristenUnie stapt niet in nieuw kabinet met Rutte als premier: ‘Te veel gebeurd’
Den Haag
In de nacht van donderdag op vrijdag stemde de ChristenUnie tegen een motie van wantrouwen aan het adres van demissionair premier Mark Rutte. Het bleek beslissend: de motie haalde het nét niet. Daar kwam ook kritiek op. Maar volgens fractievoorzitter Gert-Jan Segers moet de tegenstem niet worden opgevat als groen licht voor de VVD-premier.
Slechts vier partijen stemden tegen de motie van wantrouwen. Waarom deed de ChristenUnie dat?
‘Dat er was gesproken over een ‘functie elders’ voor Pieter Omtzigt was voor onze fractie al niet te verteren. Er werd hardop gefantaseerd over hoe je een kritisch en vasthoudend Kamerlid weg kunt krijgen. Dat is niet één incident, maar een uiting van een dieper liggend probleem, van een cultuur die niet deugt, van macht die geen tegenmacht duldt. Daar kwam deze week bij dat Rutte heeft gelogen: hij had wél over Omtzigt gesproken, terwijl hij dat eerder ontkende. Wij hebben de motie van afkeuring gesteund omdat wij dit gedrag en deze cultuur daadwerkelijk afkeuren. Maar bij de motie van wantrouwen stonden wij voor een groot dilemma: willen we een kabinet midden in de coronacrisis onthoofden, waardoor we de politieke chaos alleen maar vergroten? Daarvoor durfden wij geen verantwoordelijkheid te nemen. Maar wij willen ook niet terug naar business as usual. Daarom hebben we als fractie meteen besloten: wij kunnen geen deel uitmaken van een vierde kabinet-Rutte. Dat heb ik Rutte intussen ook zelf laten weten.’
De ChristenUnie sluit kabinetsdeelname dus uit als Rutte daarin de premier is?
‘Ja. Daarvoor is er gewoon te veel gebeurd.’
Wat bedoelt u?
‘De bestaande cultuur, waarin verkiezingen een hinderlijke onderbreking lijken te zijn en waarin tegenmacht wordt belemmerd – van die cultuur kunnen wij hoe dan ook geen deel uitmaken. Het is van groot belang dat we werken aan een ándere cultuur, en ik geloof niet dat Mark Rutte nog op geloofwaardige wijze beelddrager kan zijn van die omslag. Het is gebleken dat de zittende macht onder zijn leiding niet goed kan omgaan met tegenmacht. Dat weegt voor ons erg zwaar. Wij stemden in het landsbelang tegen de motie van wantrouwen. In datzelfde landsbelang concluderen we dat de ChristenUnie niet opnieuw deel kan uitmaken van een kabinet-Rutte.’
In het debat over de Omtzigt-notitie vroeg Rutte u persoonlijk en heel direct: vertrouwt u mij of niet? Wat is uw antwoord?
‘Dat was een heel indringende vraag, en het voelde voor mij erg ongemakkelijk. Ik denk dan ook aan al die momenten dat hij als leider van het kabinet voor onze belangen opkwam. Maar er hebben drie mensen in de Stadhouderskamer over Pieter Omtzigt gesproken: Rutte en de beide verkenners. Verschillende vragen kwamen aan bod, maar géén van hen zegt zich dat te kunnen herinneren. Ik kan dat gewoon niet geloven. Dus eigenlijk moet ik Rutte antwoorden: nee. Dat is heel pijnlijk.’
Dit besluit zal waarschijnlijk bijdragen aan een erg lange formatie. Dat vond u eerder nog onwenselijk.
‘Als u mij vraagt of een andere politieke cultuur zwaarder weegt dan gewoon maar snel doorgaan met de formatie, is mijn antwoord ja.’
Gaat het u om Rutte, of is een coalitie met de VVD überhaupt een lastig verhaal?
‘Het gaat om Rutte als de toonaangevende beelddrager van de politieke cultuur van de afgelopen tien jaar. Het is niet geloofwaardig als de man die verantwoordelijk is voor die cultuur, het kabinet gaat leiden dat die cultuur juist moet veranderen.’
Uw kritiek richt zich ook op een kabinet waarvan de ChristenUnie vier jaar lang deel uitmaakte, en waarin veel werd geregeld achter de schermen. Moet u de hand niet ook in eigen boezem steken?
‘Ja, ik moet in alle eerlijkheid zeggen dat ook wij onderdeel zijn geweest van een politieke cultuur waarin veel is misgegaan. Ik ben niet opeens tegen al het overleg achter de schermen. Maar het gaat om maatvoering. De cultuur is doorgeschoten, en tel daarbij op hoe de voorman van die samenwerking omgaat met zijn geheugen en met de waarheid, plus het idee dat mensen van wie we last hebben terzijde moeten worden geschoven. Een gestage drup heeft de steen uitgehold.’
Hoe moet het nu verder?
‘We zitten in een buitengewoon ingewikkelde impasse. Ik heb nog geen idee hoe je de scherven kunt lijmen. Maar het enige waarvoor ik verantwoordelijkheid draag, is de positie van mijn partij. Wij kunnen het niet verantwoorden als we opnieuw deelnemen aan een kabinet onder Rutte. Tegelijk geldt dat wij als tiende partij van het land sowieso niet vooraan staan bij de formatie. Andere partijen moeten zelf de afweging maken over hun eigen keuze.’