Direct naar artikelinhoud
InterviewRoger Derikx

Roger Derikx werd vermorzeld door de Belastingdienst: ‘Ik heb wel 150 keer gebeld’

De problemen met de Belastingdienst, die hem als fraudeur bestempelde, kostten Roger Derikx zijn huwelijk, zijn nachtrust en zijn vertrouwen in de overheid. ‘Zelfs de boswachter wantrouw ik.’

en
Roger Derikx haalde het nieuws omdat hij in de Tweede Kamer zijn wanhoop had uitgeschreeuwd over de manier waarop hij was behandeld door de Belastingdienst: ‘Mijn hele leven is naar de klote.’Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

De problemen met de Belastingdienst stapelden zich al jaren op toen Roger Derikx op een zomerdag tegen zijn vrouw en twee zoons zei: kom, we gaan naar de dierentuin. Op zijn bankrekening stond 100 euro, genoeg voor vier toegangskaartjes. Even een dag geen ellende, dacht hij. Totdat zijn pinpas weigerde bij de toegangspoort van Blijdorp in Rotterdam.

Zijn rekening bleek bevroren door de Belastingdienst – het zoveelste dieptepunt sinds ze in 2005 op de vingers waren getikt omdat een jaaropgave zou ontbreken. Sinds ze terechtkwamen in een kafkaëske situatie waarin niemand hun kon vertellen wat ze nu precies fout hadden gedaan en waarom ze tienduizenden euro’s moesten terugbetalen.

Liegen tegen de kinderen

Maar dat de bankrekening was bevroren, durfden ze de kinderen niet te vertellen. En dus logen ze dat Blijdorp vol was en reden ze terug naar huis.

Pas deze week, nadat hun vader overal op tv was verschenen omdat hij op de tribune van de Tweede Kamer in woede was uitgebarsten tijdens het debat over de kinderopvangtoeslag, begrepen de kinderen hoe het echt zat. Er was gewoon plek geweest in de dierentuin.

‘Je gaat elkaar van alles verwijten’, zegt Derikx (45) vrijdagmiddag in een Amsterdams hotel. ‘Maar we hebben er altijd voor gezorgd dat de kinderen niets van onze situatie zouden merken.’ 

Zijn inmiddels ex-vrouw (48) is ondanks haar twijfels toch aanwezig bij het gesprek, maar ze wil niet met haar naam in de krant. ‘Het voelt nog steeds als een schande, weet je dat? Mensen denken toch al snel dat je het er zelf naar hebt gemaakt. Dat je een crimineel bent.’

Terug naar woensdagmiddag. In de grote vergaderzaal van de Tweede Kamer hebben de geëmotioneerde toeschouwers, veelal slachtoffers van de jacht op ‘fraudeurs’ met kinderopvangtoeslag door de Belastingdienst, geapplaudisseerd voor de bijdragen van Kamerleden Renske Leijten (SP) en Pieter Omtzigt (CDA). Als Kamervoorzitter Arib uitlegt dat dit niet de bedoeling is, knapt er iets bij Derikx.

‘Dit treft ons wel, hè’, roept hij vanaf de tribune. ‘Mijn hele leven is naar de klote.’

Zijn ex-vrouw zit in de Kamer naast hem. In 2015 gingen ze uit elkaar, mede op aanraden van een medewerker van de schuldhulpverlening. Het zou financieel voordeliger zijn. Ze draagt een rood shirt, net als veel andere gedupeerden op de tribune: rood is de kleur van rood staan, zo hebben ze in de groepsapp met elkaar afgestemd. Om Derikx tot bedaren te brengen, legt zijn ex een hand op zijn bovenbeen. Maar hij is woedend en wordt door een beveiliger uit de zaal gehaald.

Veertien jaar heeft hij geprobeerd aandacht te krijgen voor de situatie van zijn gezin. Het kostte hem zijn huwelijk, zijn auto’s, zijn nachtrust. En dan bevindt hij zich eindelijk in het kloppend hart van de politiek, met verantwoordelijk staatssecretaris Menno Snel in de zaal, en wordt hem de mond gesnoerd. ‘Terwijl we alleen maar willen dat iemand luistert naar ons verhaal.’

Waar het precies fout is gegaan, weten ze nog steeds niet. Veertien jaar geleden kregen ze opeens te horen dat ze de kinderopvangtoeslag van meerdere jaren moesten terugbetalen. Hun schuld liep snel op. Ze tekenden tevergeefs beroep aan. Roger: ‘Ik ging aan mezelf twijfelen. Maar bij de Belastingdienst kon niemand ons vertellen wat er mis was. Ik heb wel 100 tot 150 keer met de Belastingtelefoon gebeld. Ze zeiden alleen dat we moesten betalen.’

Deurwaarders

Er verschenen deurwaarders. Hun bankrekeningen werden bevroren. Toeslagen kregen ze niet meer, die gingen rechtstreeks naar de Belastingdienst. Toen Roger op de snelweg een fuik van de politie inreed, vorderde een belastinginspecteur zijn auto vanwege een schuld van 33 duizend euro. Zijn ex: ‘Als we nog 50 euro hadden, vroegen we ons af of we nog een keer moesten tanken of een pak luiers moesten kopen.’

Lang voelden ze zich alleen en schaamden ze zich voor hun situatie. Zelfs familieleden vertelden ze er niet over. Tot Derikx’ ex-vrouw Leijten op tv zag vertellen over andere mensen die precies hetzelfde was overkomen. ‘Het leek 100 procent op ons verhaal. Toen heb ik me gemeld.’

Zoals zij waren er honderden, zo bleek. Leijten: ‘Mensen van wie alle instanties lange tijd hebben gedacht: misschien hebben ze wel echt fraude gepleegd. Mensen die tienduizenden euro’s kwijt zijn. Nu zijn ze niet meer anoniem.’

‘Tot irritatie van velen ben ik vragen blijven stellen, heb ik radeloze ouders gesproken, stukken opgevraagd, dossiers doorgelezen, weer vragen gesteld’, zegt CDA-Kamerlid Omtzigt. ‘Het heeft veel te lang geduurd voor men doorkreeg hoe ernstig de situatie was. Daar zit bij mij veel ongemak.’ 

Derikx en zijn ex-vrouw hebben hun dossier inmiddels opgevraagd om het bij staatssecretaris Snel onder de aandacht te brengen. Ze zullen achteraan in de rij moeten aansluiten. Zicht op compensatie is er nog niet. 

Een nummer

Wat boven alles tot waanzin drijft, zegt Derikx, is het gevoel dat je een nummer bent. Dat je wordt vermorzeld door een overheidsdienst en dat je nergens een voet tussen de deur krijgt. ‘Welke strijd je ook aangaat met de overheid, je komt niet verder dan de voordeur. Via de telefoon spreek je telkens iemand anders en bij de gebouwen staat overal wel een beveiliger die je tegenhoudt. Tegenwoordig kijk ik met argwaan naar iedereen die de overheid vertegenwoordigt. Zelfs de boswachter wantrouw ik.’