Vakschool voor bloed, zweet en tranen

De nieuwe Frans Bauer hoeft zich niet meer vanuit de plaatselijke kroeg of voetbalkantine op te werken. Met de School van het Nederlandse Lied wil het Arnhemse ROC Rijn IJssel studenten opleiden tot volkszanger. De studie trapt volgend jaar augustus in Arnhem af, de audities beginnen eind volgende maand.

De driejarige niveau-4-opleiding is nog in een pril stadium, maar in radiospotjes op Radio NL moeten bekende volkszangers de aankomende studenten over de streep trekken.

Experts uit het beroepsveld zijn nauw betrokken bij de totstandkoming van het lesprogramma. Zoals Willie Oosterhuis, bekend als presentator van het Mega Piratenfestijn. Binnenmars vertelt dat de beroepsopleiding een stuk verder dan alleen zangles. Zo krijgen de studenten les in voordracht, tekstbeleving, oefenen ze op het podium en - minstens zo belangrijk - wordt aandacht besteed aan ondernemingsvaardigheden.

,,De meeste zangers worden na hun opleiding zzp'er", zegt Binnenmars. ,,Het zijn solisten die in hun eentje naar een bruiloft of beurs toe gaan. Daar komt van alles bij kijken."

Jaarmarkten

Het eerste jaar zijn de leerlingen vooral op school. Het tweede jaar lopen ze stage bij professionals. Het derde jaar moeten de volkszangers in spe zelf naar jaarmarkten en andere evenementen.

Binnenmars is ervan overtuigd dat de opleiding studenten veel kan leren. "Natuurlijk moet je het in je hebben om echt succesvol te worden, daar zijn ook de audities voor bedoeld. Maar een hoop vaardigheden zijn gewoon aan te leren en te verbeteren, net als bij vergelijkbare opleidingen."

Kritisch

De populaire volkszanger Frans Duijts is kritisch over de opleiding van ROC Rijn IJssel. ,,Eerlijk gezegd geloof ik er niet zo in. Ik denk dat volkszang in je zit of niet. Denk aan een programma als Bloed, Zweet en Tranen. Dan heb je de finale van zo'n talentenjacht gewonnen, maar ben je er nog lang niet.

,,Ik heb misschien makkelijk praten, want het is mij allemaal overkomen. Voor mij was het een uit de hand gelopen hobby. Toch denk ik dat je als volkszanger iemand raakt of niet. Zo simpel is het. Dat is niet te leren. Met name bij volkszang is het zo belangrijk dat je hart en ziel er in zitten. Dat is meer waard dan een opleiding."

Duijts' collega Emile Hartkamp uit Arnhem (hij schreef onder meer Frans Bauers Heb je even voor mij) is positiever over de School van het Nederlandse Lied. ,,Het lijkt me een leuke opleiding, goed bedacht. Het is een totaalpakket. De managementkant, hoe je het publiek moet bereiken, hoe het zit het met bepaalde rechten en wat er op het podium zelf gebeurt."

Hartkamp verwacht dat er veel animo is voor de opleiding. ,,De liefde voor het Nederlandse lied is groot. In de praktijk zal blijken wie uit die kweekvijver van zangers uiteindelijk omarmd gaat worden door het publiek. Daarbij spelen stem en personage een grote rol. Dat neemt niet weg dat een opleiding een zanger wel kan stroomlijnen."

Doorbreken

Leo Lukassen van het gelijknamige boekingskantoor uit Nijmegen denkt dat er een markt is voor een nieuwe lichting volkszangers, ook al hebben we er volgens hem verhoudingsgewijs al veel te veel van in Nederland.

,,We worden overstelpt door Nederlandse zangers en zangeressen. Iedereen kan een plaatje maken, ook als je niet kunt zingen. Maar er zijn ongetwijfeld mensen die eruit springen, en die kunnen dan met één nummer doorbreken."

Lukassen krijgt bijval van zijn collega Menno Muis. Er is altijd plek voor nieuw talent. ,,Mensen hebben de Henk Wijngaards en Corry Konings van deze wereld wel een beetje gezien, er moet nieuwe aanwas komen. In Amsterdam heb je een musicalopleiding, in Tilburg de Rockacademie, en het is goed dat er nu ook voor Nederlandstalige muziek een opleiding komt."