12 maart 2014: In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in Den Haag zegt PVV-leider Geert Wilders het volgende: "Voor deze mensen doen we het nu. Die stemmen nu op een partij voor een veilige en sociale stad, met minder lasten en als het even kan, ook met minder Marokkanen."
19 maart 2014: Na de verkiezingsoverwinning, waarbij zijn partij zeven zetels won in de Haagse raad, herhaalt Wilders zijn uitspraak. Hij vraagt: "Willen jullie in deze stad en in Nederland meer of minder Marokkanen?", waarna het publiek "minder, minder" scandeert. Wilders besluit: "dan gaan we dat regelen".
22 maart 2014: Wilders neemt zijn uitspraak niet terug na alle ophef die ontstond in de dagen na de gemeenteraadsverkiezingen. Verschillende PVV-politici verlieten de partij uit protest. Ook van andere partijen krijgt Wilders felle kritiek om zijn uitspraken. Bij de politie komen de eerste aangiftes tegen Wilders binnen.
9 oktober 2014: Het Openbaar Ministerie onderzoekt of het Geert Wilders kan vervolgen. Hij wordt verdacht van het aanzetten tot discriminatie en haat en het beledigen van een groep mensen op grond van ras. In de maanden na de uitspraak zijn 6400 aangiften binnengekomen. Wilders noemt zijn mogelijke vervolging "schandelijk". Hij stelt Geert-Jan Knoops aan als zijn advocaat.
18 december 2014: Het Openbaar Ministerie besluit Geert Wilders daadwerkelijk te vervolgen. "Politici mogen ver gaan in hun uitspraken, dat brengt de vrijheid van meningsuiting met zich mee, maar die vrijheid wordt begrensd door het verbod op discriminatie," aldus het OM.
25 mei 2015: Tijdens een zogeheten regiezitting zegt het Openbaar Ministerie vaart te willen houden in de rechtszaak. De verdediging van Wilders heeft daarom beperkt de tijd om stukken in te dienen en getuigen te horen.
30 oktober 2015: De Nederlandse vereniging van rechtspraak uit haar zorgen over de kritiek van Wilders op de Nederlandse rechtstaat. Wilders zei een dag eerder in De Telegraaf dat hem een "PVV-haatproces" staat te wachten. Volgens de beroepsvereniging van officieren van justitie trekt hij daarmee de onafhankelijkheid van de rechtspraak in twijfel.
25 november 2015: Geert Wilders vraagt in de rechtbank in Den Haag om een "eerlijk proces". Verschillende verzoeken om getuigen te horen zijn door de rechter niet ingewilligd. "Ik word voor de rechter gebracht om mijn woorden. Terwijl ik niets verkeerds heb gezegd," verklaarde Wilders.
11 december 2015: De rechtbank in Den Haag stemt alsnog in met het verzoek van advocaat Knoops om verschillende getuigen te horen in het proces.
3 maart 2016: Mensen die zich benadeeld voelen door de uitspraken van Wilders eisen een schadevergoeding van de politicus. Het OM wil niet zeggen hoe hoog het bedrag is.
8 maart 2016: Het OM maakt officieel bekend waarvoor Wilders wordt vervolgd. De aanklacht luidt: het aanzetten tot haat en discriminatie, en belediging.
17 maart 2016: Een dag voor de regiezitting is de pleitnota van advocaat Knoops uitgelekt. Een deel hiervan is gepubliceerd in het AD, nadat ook de Volkskrant de stukken aangeboden had gekregen. Knoops vermoedt dat hij is gehackt. In de nota staat onder meer dat Wilders Mark Rutte,Lodewijk Asscher, Ivo Opstelten, Ronald Plasterk, Frans Timmermans en terreurcoördinator Dick Schoof wilden laten verhoren voor de zaak. Dat verzoek werd door de rechtbank afgewezen.
Ook wilden drie deskundigen niet voor Wilders getuigen omdat ze niet met de politicus wilden worden geassocieerd of omdat ze vreesden voor hun veiligheid. Wilders zou voor de rechtbank willen zeggen dat zijn uitspraken in een “context” zijn gedaan.
18 maart 2016: Tijdens de regiezitting zegt het OM dat in de zaak Wilders twee fundamentele rechten tegenover elkaar staan: het discriminatieverbod en de vrijheid van meningsuiting. Volgens OM is de vrijheid van meningsuiting niet absoluut en mag een politicus de wet niet overtreden.
Wilders noemt het proces ondertussen een “farce”. De verdediging wil uitstel in de zaak vanwege het uitlekken van de pleitnota. De politicus wil dat één van de rechters in de zaak terugtreedt, omdat ze zich eerder publiekelijk uitliet tegen de standpunten van Wilders.
Ook herhaalt Wilders opnieuw zijn standpunt door te stellen dat Nederland een "Marokkanenprobleem" heeft. "Ik neem er niets van terug en heb ook geen spijt."
Video: Het proces tegen Wilders
7 april 2016: De rechtbank meldt dat er definitief geen onderzoek komt naar het uitlekken van de pleitnota. De zaak wordt daarom niet geschorst.
23 september 2016: Advocaat Knoops vraagt de rechters in Amsterdam om het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in haar aanklacht tegen Wilders. Daarmee vraagt Knoops de rechtbank om de zaak niet in behandeling te nemen. Volgens Knoops is het aan de samenleving en de kiezer om de uitspraken van Wilders te beoordelen en zijn de uitspraken van een politicus geen onderwerp voor een rechtszaak. Wilders spreekt over “klassenjustitie”.
14 oktober 2016: Het proces tegen Geert Wilders gaat door. De rechter verklaart het OM ontvankelijk, wat betekent dat Wilders toch wordt vervolgd voor zijn ‘minder Marokkanen’-uitspraken. Volgens de rechtbank "moeten juist politici vanwege hun belangrijke maatschappelijke functie vermijden dat zij in hun openbare uitingen de intolerantie voeden. Waar de grens tussen beiden ligt, is onderwerp van debat in deze Nederlandse rechtszaak."
Wilders reageerde op Twitter: "Vervolgd voor wat miljoenen mensen vinden."
26 oktober 2016: Het Openbaar Ministerie adviseert de rechtbank om de tientallen schadeclaims tegen Wilders af te wijzen. Veertig Nederlanders eisen 500 euro van de PVV-leider. Justitie meent dat de schadeclaims niet voldoen aan de wettelijke voorwaarden hiervoor in een strafproces.
3 november 2016: Geert-Jan Knoops dient een wrakingsverzoek in tegen een van de rechters, Elianne van Rens. Ze is volgens Knoops vooringenomen omdat ze in het verleden kritiek zou hebben geuit op de politieke standpunten van de PVV.
4 november 2016: De wrakingskamer heeft het wrakingsverzoek van Knoops afgewezen. Volgens de kamer is er geen schijn van vooringenomenheid bij rechter Elianne van Rens en kan daarom de zaak gewoon doorgaan.
16 november 2016: Tijdens het requisitoir zegt het Openbaar Ministerie dat eventueel martelaarschap of het uitbuiten van een voorbeeldfunctie geen reden is om Geert Wilders niet te vervolgen. Het is volgens justitie niet de taak van het OM om af te wegen of deze zaak Wilders een podium geeft.
Het OM zegt vol overtuiging te hebben besloten tot vervolging van PVV-leider Wilders voor zijn uitspraken. "Voor persoonlijke opvattingen is geen plaats'', aldus de officier, verwijzend naar de uitlatingen van Wilders dat het zou gaan om een politiek proces.
17 november 2016: Het Openbaar Ministerie eist een geldboete van 5.000 euro tegen Wilders. Het OM vindt drie van de vier aanklachten tegen de politicus bewezen.
In een reactie noemt Wilders de strafeis "waanzinning". "Ik moet kunnen zeggen waar het op staat. De kop in het zand steken is laf", zegt hij.
23 november 2016: Wilders maakt gebruik van zijn recht op het laatste woord en spreek de rechtbank toe. Zijn verklaring heeft de titel 'Niemand zal mij het zwijgen opleggen'. Hierin haalt hij hard uit naar het OM. Volgens Wilders zijn zij de "handlangers van het kabinet". Het kabinet zou na zijn uitspraken voor een sfeer hebben gezorgd waardoor hij wel vervolgd moest worden. Uitspraak in de zaak is op 9 december.
9 december 2016: Wilders is schuldig bevonden voor groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie op 19 maart 2014. De politicus is vrijgesproken voor het aanzetten tot haat. De rechter legt geen straf op. Wilders laat meteen na de uitspraak weten in hoger beroep te gaan.